
Voor deze Zingende Zaag stuurde George Moormann een aantal Nederlandse en Vlaamse dichters een muntje dat vijftig jaar lang als geldstuk diende in België. In tegenstelling tot het fletse Eurogeld, met zijn bruggen, ramen en poorten die nergens naar verwijzen, is het vijftig centimes-stuk geheimzinnig en betekenisvol. Het is gemaakt door de graveur Marcel Rau (1886-1966) en refereert met zijn mijnwerker en lamp aan een industrietak die niet meer bestaat: de mijnbouw. De dichters die voor deze Zaag hun ‘mijnstof’ leverden durfden het aan om dit beladen muntje nieuw leven in te blazen. Een enkeling voelde zich zo uitgedaagd, dat hij niet alleen ‘ondergronds’ ging maar zelfs de Hades overstak en het ‘mijnwerkertje’ veranderde in een obool. Als toegift bevat ieder boekje het muntje waarmee dit avontuur begon. Glück auf!
€0,—
Uitverkocht
Voor deze Zingende Zaag stuurde George Moormann een aantal Nederlandse en Vlaamse dichters een muntje dat vijftig jaar lang als geldstuk diende in België. In tegenstelling tot het fletse Eurogeld, met zijn bruggen, ramen en poorten die nergens naar verwijzen, is het vijftig centimes-stuk geheimzinnig en betekenisvol. Het is gemaakt door de graveur Marcel Rau (1886-1966) en refereert met zijn mijnwerker en lamp aan een industrietak die niet meer bestaat: de mijnbouw. De dichters die voor deze Zaag hun ‘mijnstof’ leverden durfden het aan om dit beladen muntje nieuw leven in te blazen. Een enkeling voelde zich zo uitgedaagd, dat hij niet alleen ‘ondergronds’ ging maar zelfs de Hades overstak en het ‘mijnwerkertje’ veranderde in een obool. Als toegift bevat ieder boekje het muntje waarmee dit avontuur begon. Glück auf!
Gedichten
Gedichten geïnspireerd op het voormalige vijftig centimes-stuk uit België, beter bekend als ‘het mijnwerkertje’. Ontwerp Marcel Rau 1951. H.P. Aschenbrenner, Jan Baeke, Benno Barnard, Maria Barnas, Carla Bogaards, Maarten Doorman, Remco Ekkers, Pam Emmerik, Anton Ent, Kester Freriks, J.H. van Geemert, Peter Holvoet-Hanssen, C.O. Jellema, Hester Knibbe, Anton Korteweg, Marc Kregting, Ed Leeflang, Peter van Lier, Harry Mesterom, George Moormann, Tonnus Oosterhoff, Th. van Os, Georgine Sanders, Alfred Schaffer, Willem van Toorn, Eddy van Vliet, Leo Vroman en Aldert Walrecht Doa tuut ’t, monoloog voor stem en tuba van Wiel Kusters.
De Zingende Zaag op locatie
Galerie Année – Haarlem, 22 juni 2002. Met optredens van o.a. Anton Korteweg, Maarten Doorman, George Moormann en Willem van Toorn. Tevens opvoering van Doa tuut ‘t door Wiel Kusters, muzikaal begeleid door Arno Duivestein.
Presentatie: theatermaker Dolly Bellefleur.
Theater aan Het Vrijthof – Maastricht, 22 november 2002 en Casino voormalige mijn Waterschei – Genk (België), 19 december 2002. Met optredens van Dolly Bellefleur en George Moormann
Concept/Redactie/Ontwerp
George Moormann
Ontwerp/Vormgeving
Jo Klaps
Uitgerekend in dit jaar van de euro presenteert De Zingende Zaag een uitgave die geheel is gewijd aan een klein Belgisch muntstukje, 50 centimes dus nog geen dubbeltje waard is, maar geslagen met de fiere kop van een gehelmde mijnwerker erop - het zogenoemde mijnwerkertje. Zoals te verwachten valt van deze bijzondere literaire uitgeverij zit er natuurlijk op elke bundel zo’n mijnwerkertje geplakt. Ook bevat deze Zaag een velletje (waarmee kopietjes van het muntje te maken zijn). Met ijzeren consequentie zijn de illustraties gekozen in samenhang met het thema; deze uitgeverij wil immers woord, beeld en ook nog daad op elkaar laten aansluiten. Het vernuft en de speelse creativiteit waarmee dat gepaard gaat, leverden al prachtige bundels op zoals die met het gummetje erop, het sigarendoosnummer, het nummer met de zachte vilten zonnebloemen, het half doorgezaagde boek - telkens weer een lust voor het oog. [Margot Engelen, Haarlems Dagblad/GPD, 18 juni 2002]
Afmetingen | 15 × 21 cm |
---|---|
Leporello | |
Met of zonder haarlok | |
editie | |
gepubliceerd | 22 juni 2002 |