Haarlem benoemt Stadsdichter tijdens drukbezochte Nacht van Theater, Film en Poëzie

14 februari 2004

15 jaar Uitgeverij De Zingende Zaag

Het poëziefestival van de jubilerende Haarlemse poëzieuitgeverij De Zingende Zaag zaterdag 14 en zondag 15 februari, i.s.m. de Toneelschuur en Filmschuur, is een groot succes geworden. De triatlon waar poëzie een hartstochtelijke relatie aanging met theater en film werd druk bezocht (vrijwel uitverkocht) en duurde bijna tien uur (van 18.00 uur tot na drieën).

Een keur van dichters traden op in de Grote Zaal (o.a. Arjen Duinker en Kees ‘t Hart met hun hallucinerende dichtzang voor twee stemmen DE ZON), H.H. ter Balkt, Bernlef, Martin Reints, Wim Hofman, Patty Scholten, Kester Freriks, Bastet, Ferron en Bogaards). Behalve veel belangstelling voor de jubileumuitgave (260 pagina’s, harde kaft met leeslint) Het Spaarne stroomt Helemaal Niet (met bijdragen van vijftig auteurs) was er veel animo voor het forum over film en poëzie (met o.a. programmeurs en fimmakers Kees Hin, Arnoud Rijken, Michiel Snijders, Leendert Pot, Anja Hiddinga en Jan Baeke). Ook de ‘Handycam-poëzie’ (publiek dat zelfgemaakte of bestaande gedichten voordroeg voor de camera), de acteurs die liefdesgedichten in de oren van bezoekers fluisterden, het zigeunerensemble Csókolom en Dolly Bellefleur mochten op een enthousiast onthaal rekenen.

Tevens was er een verrassingsoptreden van de Haarlemse wethouder van Cultuur drs. Ruud Grondel. Namens het College van B & W Haarlem benoemde hij de Haarlemse dichter George Moormann tot Stadsdichter van Haarlem.

Een recensie-exemplaar van Het Spaarne Stroomt Helemaal Niet kunt u aanvragen via onderstaand telefoonnummer of via e-mail.


Als bijlage treft u het ‘dankwoord’ aan van de kersverse stadsdichter George Moormann.
Voor meer informatie:
De Zingende Zaag Producties, 023-5329508
www.dezingendezaaghaarlem.nl


Niets maakt het paard zo vet als de blik van de koning.

Een prachtige uitspraak van wel 2500 jaar oud en wellicht geschikt om juist nu van stal te halen, om de wethouder te bedanken voor zijn meer dan vleiende woorden.
Het is niet alleen uw presence of waarderende blik die mij zo doet glimmen. Het eigenzinnige Spaarneboek dat met uw steun is verschenen, de eerste editie van deze Nacht die eind al goed met een royale bijdrage van uw kant is mogelijk gemaakt en nu ook nog als klap op de vuurpijl uw weldaad uitgerekend mij te noemen als stadsdichter in spe.

Haarlem is de poezie nooit vijandig geweest. Maar nu gaat zij een stapje verder. Als vijfde of zesde stad van betekenis in de Lage Landen (Jan Eijkelboom in Dordrecht, Bart FM Droog in Groningen, Tom Lanoye in Antwerpen om er enkele te noemen) waagt zij het om een een dichter in deeltijd te nemen.
Een kloek besluit. Er zijn immers nog genoeg lieden die de dichters prijzen om hun kennis en welsprekendheid, maar uiteindelijk omdat zij duister d.w.z. als moeilijk worden beschouwd buiten de deur worden gehouden om vervolgens op straffe van echt want goed betaald werk als een paria of kansarme te worden behandeld.
Dat Haarlem er over denkt een stadsdichter aan te stellen valt niet genoeg te prijzen en is vooral in deze tijd waarin meer wordt nagepraat van televisiepraatprogramma?s dan wordt nagedacht, so wieso een daad van wijs bestuur. Moedig ook. Want met dichters weet je het maar nooit natuurlijk. Ze bederven de jeugd, liegen er maar op los en denken als laatmoderne afstammeling van de nar en rederijker boven de wet te staan.

Zo maar een greep uit de activiteiten die collega-stadsdichters tot nu toe ontplooiden: Gedichten over actuele gebeurtenissen in de stad, een gelegenheidsgedicht voor een arme drommel die anders zonder enige toeters en bellen zou worden begraven, een vriendelijk woord voor menig openingsceremonie, tentoonstelling of inhuldiging, adviezen over een al dan of niet florerend letterenbeleid, de stadsdichter als visitekaartje, als bindmiddel van de stad, de stadsdichter die als nar of rederijker, niet door politiek te bedrijven, maar met aandacht voor brede actuele thema?s de kloof tussen bestuur en burgers helpt dichten, een online-gedichtenspreekuur, gedichten op affiches, screensavers, vuilniswagens en vuilniszakken, het bij iedere stadsdichterlijke aangelegenheid toezwaaien van de Haarlemse bevolking vanaf het bordes van ons prachtig stadhuis als de burgemeester even afwezig is? tsja, ik ben benieuwd hoe deze taken zich verhouden tot een kunst die ?houden zo!- de langzaamste, de ouderwetste en de niet-commercieelste is.

HOEWEL ER een haak zit in iedere weldaad die je wordt toegeworpen, die je heensleept naar waar de weldoener wil - beloof ik de stad in iedergeval niet te veel respect te tonen, niet te veel consideratie te hebben met wie dan ook; kortom gedichten te schrijven die zo dan niet met uw instemming, dan toch vooral met respect voor het genre zijn gemaakt.

Ik zou niet anders durven. Deze welopgevoede Spaarnejongen die vaak en graag bij zijn grootmoeder kwam (vlooiennetje en kort stekelhaar). Bij de moeder van mijn moeder hing een tegel boven de piano die ik mij nog steeds goed herinner: Wat de mensen u geven, moet gij betalen met wat gij hebt, of nog duurder met wat gij zijt? Omdat het beste niet goed genoeg is om een poetisch klankbord van de stad te zijn is dit ook het minste wat u van deze verser dan verse stadsdichter mag verwachten. Ik dank u wel!